160 jaar
1864 - 1910
1864 - Start afdeling der Werktuig- en Scheepsbouwkunde
In 1864 werd de Delftsche Koninklijke Akademie omgezet in de Polytechnische School. In september dat jaar wordt de afdeling der Werktuig- en Scheepsbouwkunde opgericht.
De afdeling telde toen 9 studenten: 8 voor werktuigbouwkunde en 1 voor scheepsbouw. Het collegegeld stond toen op ƒ 200 ,---
Civiel Ingenieur Adrien Huet werd leraar werktuigbouwkunde aan de Polytechnische School. Hij begon zijn lessen in de werktuigbouwkunde in 1864 in twee kleine bovenlokalen aan de Westvest met de acht leerlingen die zich voor de studie Werktuigkundig ingenieur hadden ingeschreven. Daarbij had hij grote ambities: hij wilde niet alleen een academische studie oprichten, hij wilde dat de ingenieurs die zijn studie hadden afgerond breder geleerd waren!
A. Huet (1836 - 1899)
Leraar werktuigbouwkunde aan de Polytechnische School (1864 - 1899, hoogleraar vanaf 1896).
1867 - Oprichting gezelschap Leeghwater
Adrien Huet enthousiasmeert studenten om een studievereniging van de studenten werktuigbouwkunde in Delft op te richten. De studievereniging organiseerde lezingen, vaak ter voorbereiding van excursies.
De hoogleraren Huet en Ravenek namen de studenten op sleeptouw naar fabrieken, stoomgemalen en scheepswerven. Een belangrijke taak van “Leeghwater” vormde het contact met de hoogleraren over het onderwijs.
De vereniging is vernoemd naar Jan Adriaenszoon Leeghwater, die van origine timmerman was en meewerkte aan het droogleggen van diverse polders in Nederland.
1890 - Groeifase aantal werktuigbouwkundig ingenieurs
De eerste 15 jaar van de Polytechnische School bleef het aantal studenten in de werktuigbouwkunde nog gering. Na 1890 brak een groeifase aan die doorzette tot 1920. In de korte periode 1895-1905 studeerden maar liefst 259 ingenieurs af in de werktuigbouwkunde, terwijl dat er in de daarna voorgaande 32 jaren nog geen 200 waren.
Dat komt mede doordat de industriële revolutie rond die tijd ook doorbrak in Nederland. Stoommachines werden geavanceerder, en mobieler, waardoor ze steeds meer toepassingen kregen. Stoom werd een algemeen toepasbare krachtbron; in de textielindustrie, in de grafische sector, bij de nutsbedrijven en in de voedingsmiddelenindustrie. De exploitatie van spoor- en tramwegen, de grote rederijen en de industriële activiteiten zorgden voor grote vraag naar Nederlandse producten, onderhoudsmensen en constructeurs.
1903 - Oprichting Scheepbouwkundig Gezelschap William Froude
Om de scheepsbouwkunde in Delft een 'eerste blijk van zelfstandigheid' te geven, werd door een drietal studenten het Scheepbouwkundig Gezelschap William Froude opgericht.
De vereniging is vernoemd naar de ingenieur, hydrodynamicus en scheepsbouwkundige William Froude. De doelstellingen van deze vereniging waren het uitgeven van geschriften en het organiseren van lezingen en excursies. Niet alleen om de banden met het bedrijfsleven aan te halen, maar ook om de faciliteiten voor de studenten te verbeteren.
1905 - Academisch niveau Polytechnische Hogeschool
De Polytechnische Hogeschool had nog geen academisch niveau, dat kwam pas in 1905. De Delftse opleiding werd toen verheven tot Technische Hogeschool.
De feestelijke opening door koningin Wilhelmina vond plaats op 10 juli in de Stadsdoelen. De eerste Rector Magnificus was Ir. J. Kraus, hoogleraar waterbouwkunde.
1905 - De eerste full-time hoogleraar in scheepsbouwkunde
H. Cop, de eerste full-time hoogleraar in scheepsbouwkunde, waarin hij al sinds 1888 als leraar aan de Polytechnische School onderwijs had gegeven.
Scheepsbouwkunde werd aan de Koninklijke Academie aanvankelijk gedoceerd door gepensioneerde marinemensen, die tot circa 1900 nooit meer dan twee studenten per jaar trokken – meestal afkomstig uit scheepvaartfamilies.
H. Cop
De eerste full-time hoogleraar Scheepsbouwkunde in Delft
1911 - 1954
1911 - Ingebruikname Nieuwelaan 76
Dit gebouw werd in 1911 door de Afdeling Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde in gebruik genomen.
Het betrof een hoofdgebouw met een drietal velugels. Los hiervan stond een gebouw voor de verzameling scheepsmodellen en het scheepsbouwkundig laboratorium. In de westvleugel bevond zich het werktuigbouwkundig laboratorium met drie laboratoriumhallen. Hierin stonden de belangrijkste typen werktuigen zoals stoomketels, pompen, stoomturbines, scheepsstoomwerktuigen, koelmachines, meettoestelllen en beproevingsinstallaties.
1921 - Stanny Koopman studeert af
In juni 1921, een eeuw geleden, studeerde Stanny Koopman als eerste vrouw af bij de opleiding werktuigbouwkunde.
Stanny Koopman kwam in 1915 naar de toenmalige Technische Hoogeschool van Delft om werktuigbouwkunde te studeren. Later doceerde ze wiskunde en mechanica.
In 1959 werd ze uitgenodigd voor de uitreiking van het ingenieursdiploma aan Diny Lammens, de tweede vrouwelijke werktuigbouwkundig ingenieur.
Stanny Koopman
De eerste vrouwelijke werktuigbouwkundig ingenieur in Delft
1945 - Ingenieurs na de bevrijdingsroes
Na de bevrijdingsroes overheerste bij de Nederlandse Industrie, aan de TH en bij de afdeling Werktuigbouwkunde, Scheepsbouwkunde en Vliegtuigbouwkunde eenzelfde verlangen: aan de slag.
Herrijzend Nederland had ingenieurs nodig en gezien het toenmalige belang van de industrie zouden dat vooral werktuigbouwkundige moeten zijn. Het aantal studenten van de afdeling stabiliseerde zich bij circa 1500. Dat was een verdrievoudiging van voor de oorlog, en een aantal gelijk aan dat van de totale studentenpopulatie bij de aanvang van de TH in 1905.
Nu was de situatie niet zo dat men direct voortvarend van start kon gaan. De gebouwen in Delft waren leeggeroofd, geld en deviezen voor de aankoop van nieuwe apparatuur ontbraken. Studenten waren er wel, maar docenten waren moeilijker te vinden. Sommigen waren druk met activiteiten in het landsbelang.
1955 - 1989
1955 - Verhuizing naar de Mekelweg 2
In 1955 verhuist Werktuigbouwkunde, dat vanaf 1911 in het gebouw aan de Nieuwelaan 76 getrokken was, naar de nieuw gebouwde locatie op de Mekelweg 2.
Architect Ad van der Steur heeft het gebouw ontworpen samen met Herman de Groot en Klaas Ruige. De vier hoge onderwijsgebouwen dwars op de Mekelweg worden bijeengehouden door een lage tussenbouw en omspoeld door water. Op de koppen schieten noodtrappen in glazen cilinders omhoog. Geert Drexhage is de architect van de vleugel met de collegezalen. Het gebouw is een voorbeeld van wederopbouwarchitectuur en is tegenwoordig een rijksmonument. Tussen 1953 en 1957 zijn gedeelten van het gebouw gereedgekomen en opgeleverd.
Boven de ingang van het gebouw staat een beeldengroep van vier vrouwen die de elementen voorstellen, vervaardigd in 1955 door Leen Blom, Dirk Bus, Cor van Kralingen en Bram Roth.
Deze allegorische beelden die de elementen water, vuur, lucht en aarde voorstellen, zijn van kalksteen. Kunstenaar Bram Roth weet zich te herinneren dat ze de beelden op het dak hebben gehakt, onder een zeiltje ter bescherming tegen de regen.
Van links naar rechts:
- Water met waterkan en doek, sluitsteen zon-golven door Leen Blom.
- Vuur met fakkel, sluitsteen bliksemschicht door Dirk Bus
- Lucht met vogel, sluitsteen vliegende vogel door Bram Roth
- Aarde met koren en druiventros, sluitsteen salamander door Cor van Kralingen.
1958 - Bezoek van Hare Majesteit Juliana
In maart 1958 bezochten Prins Bernhard en Prins Philip, Hertog van Edinburgh, het gebouw voor Werktuig- en Scheepsbouwkunde van de Technische Hogeschool Delft. Tijdens hun bezoek woonden zij demonstraties bij van machines in het Laboratorium voor Scheepsconstructies. Later bracht ook Hare Majesteit Koningin Juliana een bezoek aan de afdeling Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde.
1961 - Grande Spirale
Marta Pan maakte het werk Grande Spirale in 1960 voor de TH Delft. Op 29 mei 1961 vond de officiële aanbieding van het werk plaats. Het werk stond de eerste jaren in de vijver rechts voor het gebouw van Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde aan de Mekelweg.
Het werk draaide als de wind erlangs waaide. Het zag er heel leuk uit, maar als de wind te hard ging waaien, vloog de Grande Spirale van zijn taats af en moest het kunstwerk uit de vijver gevist worden. Vandaar dat de Grande Spirale werd verhuisd naar de Aula, waar deze in 1966 in gebruik werd genomen.
1970 - Het gebruik van computers in onderzoek
Het voorheen sterk experimenteel gericht onderzoek werd verdrongen door simulatiestudies met computers.
Een fenomeen waar in de periode 1970 – 1990 iedereen mee werd geconfronteerd: de computer. Vanaf 1970 drong de computer overal door op de werkvloer, in het onderwijs en in de organisatie. Het onderwijsverslag meldde in 1970 over een vak, niet zonder trots, dat het tentamenprogramma tot ‘volledige computerrijpheid’ was gekomen. Het ging toen nog uitsluitend over de verwerking van de tentamens per computer.
1990 - 2024
1994 - Start ontwerpwedstrijden Werktuigbouwkunde
De eerste ontwerpwedstrijd werd gehouden in 1994 naar een idee dat de hoogleraren prof. J.C. Cool en prof. K. van der Werff in Engeland hebben opgedaan, met als podium Gezelschap Leeghwater. Aan de wedstrijden werd in die tijd deelgenomen door ouderejaars studenten werktuigbouwkunde. Winnaars van de wedstrijd kregen een geldprijs en studiepunten, die zij in een volgend studiejaar konden inzetten bij constructieve vakken.
In 1997 werd als experiment naast de Leeghwater Ontwerpwedstrijd, op een andere datum overigens, ook voor eerstejaars studenten een ‘ontwerpwedstrijd’ gehouden, eveneens op initiatief van Van der Werff, in samenwerking met zijn toenmalige practicumleiders. Het werd een demonstratie in de middagpauze, geen wedstrijd. De onderwijsdirecteur uit die tijd, prof. ir. H. Klein Woud, vond na afloop de ‘eerstejaars ontwerpwedstrijd’ een dermate groot succes, dat Klein Woud het in het studiejaar 1997-1998 benoemde als een verplicht onderdeel van de opleiding werktuigbouwkunde.
1997 - Cluster faculteit OCP (Ontwerp, Constructie en Productie)
De Faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek werd in 1997 geïntegreerd met de Faculteit Industrieel Ontwerpen. De naam van de nieuwe faculteit luidde: OCP (Ontwerp, Constructie en Productie). Vanaf 2004 werd Industrieel Ontwerpen weer een zelfstandige faculteit en in 2006 verhuisde Materiaalkunde naar het gebouw van Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek. Weer een nieuwe samenstelling van de faculteit was geboren, genaamd 3mE: Mechanical, Maritime & Materials Engineering.
1999- Grote renovatie van het faculteitsgebouw
In 1999 stond het bestuur van de faculteit voor een belangrijke keuze: het huidige gebouw verbouwen, of verhuizen naar een nieuw gebouw. Uiteindelijk werd gekozen om in het huidige gebouw aan de Mekelweg te blijven.
Tijdens de verbouwing werd onder andere de gang aan de voorzijde verbreed en de glazen wand aan de buitenkant toegevoegd. Gedurende de verbouwing werkten collega’s tijdelijk in tenten achter het gebouw. Af en toe werden ze verrast door insecten in de vergaderzaal.
2001 - Jenny Dankelman eerste fulltime vrouwelijke hoogleraar
In 2001 werd Jenny Dankelman hoogleraar in Minimally Invasive Technology.
Sinds 2007 is professor Dankelman hoofd van de Minimally Invasive Surgery and Interventional Techniques (MISIT) groep. Bij MISIT richt professor Dankelman zich op het verbeteren van minimaal invasieve chirurgie, flexibele endoscopie, naald- en endovasculaire interventies.
Jenny Dankelman
De eerste vrouwelijke fulltime hoogleraar bij Mechanical Engineering in Delft
2014 - Nieuwe BSc Klinische Technologie
Met de start van het nieuwe academisch jaar 2014-2015 begon de eerste lichting studenten Klinische Technologie aan de bacheloropleiding. Deze nieuwe opleiding op het grensvlak van geneeskunde en techniek is een unieke samenwerking tussen de TU Delft, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit Rotterdam, en de universitair medische centra in Leiden en Rotterdam.
2014 - oprichting S.V.K.T. Variscopic
Variscopic is de studievereniging van de bachelor Klinische Technologie en de master Technical Medicine.
De naam van de vereniging is tijdens het introductieweekend door de studenten van Klinische Technologie bedacht. De naam Variscopic is afgeleid uit de woorden ‘Varius’ (anders/divers) en ‘Scopeo’ (kijken). Deze naam is gekozen omdat de studenten op diverse manieren kijken naar de medische en technische wereld en deze disciplines samen laten komen.
2018 – Onthulling olifant Leeghwater
Symbool voor het 150-jarig bestaan van de oudste studievereniging van Nederland.
Het project kwam tot stand in samenwerking met de Japanse kunstenaar Kouji Ohno. Hij werkte hiervoor zij aan zij met studenten. Ook Land Art Delft, het kunstlandschapspark ontstaan uit een samenwerking tussen TU Delft en de stichting World Art Delft, was nauw betrokken. Het kunstwerk is gemaakt van materialen die zijn geschonken vanuit de technische sector; van de medische wereld tot de offshore-industrie.
2020 – Coronapandemie
In de jaren 2020 – 2022, tijdens de lockdowns in de coronapandemie, organiseert de faculteit onderzoek en onderwijs onder het motto “online wat online kan en on campus waar dit grote meerwaarde heeft”.
Vakken met de nadruk op kennisoverdracht zijn online. Praktijkonderwijs vindt beperkt en in gereguleerde vorm in de faculteit plaats. Voor medewerkers is thuiswerken de norm. Met inachtneming van de regelgeving en inzet van hulpmiddelen als spatschermen en afzetlint is het mogelijk om, wanneer dat noodzakelijk is, op de campus te werken.
2020 - Bezoek Mark Rutte tijdens de coronapandemie
Premier Mark Rutte bezoekt in april 2020, tijdens de lockdown, projecten van het Air for All initiatief, waaronder project Inspiration.
Onderzoekers van Biomechanical Engineering ontwierpen een mechanisch beademingsapparaat dat eenvoudig te bouwen en te repareren is en volledig bestaat uit onderdelen die goed beschikbaar zijn, ook in minder ontwikkelde landen. Werktekeningen en assemblagehandleidingen werden kosteloos gedeeld.
2024 - Naamswijziging Mechanical Engineering
De Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) wijzigde per 1 januari 2024 haar naam in Mechanical Engineering, afgekort ME. Met deze naam greep de faculteit terug naar de basis die alle disciplines binnen de faculteit verbindt.
Met dank aan Abel Streefland, Paul Breedveld, Jenny Dankelman en Paul van Woerkom voor de hulp bij het creëren van de tijdlijn.
Heb je opmerkingen of vragen over de tijdlijn? Neem contact op met communication-ME@tudelft.nl.