“Urban Ecology Design vormt de brug tussen ecologie en ruimtelijk ontwerp. We zetten ons niet alleen in voor biodiversiteit, maar ook voor klimaatadaptatie, gezondheid, water- en energieverbruik en circulariteit”, zegt dr. Nico Tillie, hoofd van de groep Urban Ecology Design binnen de faculteit Bouwkunde. Zij onderzoeken het ecologisch functioneren van steden, met als doel het opstellen van een gezond evenwicht tussen cultuur en natuur. Ook begeleiden ze elk jaar een lichting masterstudenten. Eén van hun hoofddoelen: de natuur meer ruimte geven op de TU campus.

Opmars

“Ik ben zo’n beetje opgegroeid bij een rotstuin in Maastricht. Dus ‘Urban Ecology Design’ zat er al heel vroeg in bij mij”, verteld Nico. “Daarna ben ik via een opleiding Tuin- en Landschapsarchitectuur (Wageningen) en mijn werk in onder meer de beroemde Kew Gardens (Londen) aan de TU Delft beland.”

“Urban Ecology houdt zich bezig met de interactie van organismen onderling (dus ook mensen) en met de niet-levende stedelijke omgeving, zoals gebouwen, water, de ondergrond en dergelijke. De interesse daarin kwam voor het eerst na de oorlog op, toen tussen de puinresten allerlei nieuwe kansen voor leven ontstonden. Maar het vakgebied heeft een echte opmars gekend in de jaren zeventig en tachtig, onder andere in de Verenigde Staten en Duitsland.”

Onze steden hoeven geen biotopen voor de mens alleen te zijn, maar ze kunnen ook als leefomgeving dienen voor allerlei verschillende organismen die naast elkaar bestaan.

Anne Leltz, voormalig studente Stedenbouw

Stadsecoloog

“Nederland loopt helaas een beetje achter op bijvoorbeeld Duitsland of Engeland. Tegenwoordig heeft iedere stad in ons land wel een stadsecoloog, maar aan de andere kant is er in Nederland nog geen opleiding Urban Ecology Design; in andere landen is dat al lang wél mogelijk. Dat gemis is toch een beetje vreemd, we zijn zowat het meest verstedelijkte land ter wereld.”

“Het is dan ook geweldig dat  Vogelbescherming Nederland een Research Fellowship mogelijk heeft gemaakt voor onze groep. Zo geven ze het vakgebied een duwtje in de goede richting. We zien in de afgelopen jaren een steeds toenemende vraag binnen Nederland naar natuur in de stad en naar nature-based oplossingen voor ruimtelijke vraagstukken. En wij hebben nu de steun en positie om op deze vraag in te spelen.” (zie kader hieronder)

Rosa de Wolf, MSc Urbanism

Rosa de Wolf heeft een master in Urbanism van de TU Delft. Ze is afgestudeerd aan het Urban Ecology Design lab, waar ze nu werkt als promovendus. Daarnaast doceert Rosa in de Urban Ecology Design MOOC en het praktische keuzevak Landscape Architecture ON-SITE, dat laatste als lid van het ECOCampus team.

In haar ontwerpend onderzoek richt Rosa zich op Nederlandse bedrijventerreinen als onderdeel van het nationale programma ‘Werklandschappen van de Toekomst’. Ze draagt bij aan de ambitie om deze gebieden te transformeren tot gezonde, natuur-inclusieve en multifunctionele gebieden.

"Ik analyseer ontwerpen van bedrijventerreinen, gemaakt door stedelijke- en landschapsontwerpers. Mijn doel is om bij te dragen aan een nieuwe generatie bedrijventerreinen door principes te formuleren voor beter ontwerp. Deze principes test ik op vier locaties die deel uitmaken van Werklandschappen van de Toekomst.”

“Bij het bekijken van Nederlandse bedrijventerreinen viel mij de grote hoeveelheid verhard oppervlak op. Deze factor draagt bij aan hittestress, wateroverlast en een gebrek aan biodiversiteit. Door de terreinen te diversifiëren, kunnen we gezonde leefgebieden scheppen voor zowel mensen als andere soorten en de omgeving op systeemniveau verbeteren zonder het economische doel van de terreinen te verliezen. Aangezien de campus van de TU Delft een van de bijna 3.800 Nederlandse bedrijventerreinen is, gebruiken we deze als testlocatie om de leef- en ruimtekwaliteit voor alle soorten op de campus te verbeteren."

Biologen

Van oudsher is Urban Ecology gedomineerd door biologen, vertelt Nico. “Destijds was het doel voornamelijk het onderzoeken en ondersteunen van biodiversiteit, en natuurlijk is dat nog steeds essentieel. Maar sinds een jaar of tien wordt het steeds duidelijker dat het onderzoeksterrein enorm profiteert van visies uit andere domeinen, zoals de landschapsarchitectuur of de stedenbouw. Mensen uit die richtingen zijn meer ontwerpers dan biologen. Ze kunnen de ideeën uit de Urban Ecology daarom een meer praktische invulling geven.”

Zo leerde deze nieuwe generatie professionals om te ontwerpen door de verschillende schalen heen: van het stedelijke ecosysteem en -habitat tot oplossingen voor specifieke doelsoorten. Het nieuwe Urban Ecology Design doelt op een positieve invloed op gebieden zoals klimaatadaptatie, gezondheid, water- en energieverbruik en circulariteit. Nico: “Zeker op een campus als die van ons moet Urban Ecology Design een logische plek innemen.” (zie kader hieronder)

René Hoonhout, groenbeheerder TU Delft

René Hoonhout is al ruim 34 jaar groenbeheerder bij de TU Delft, waarvan de laatste 20 jaar als teamleider groen.

“Toen ik begon, kon je nog vrij parkeren voor de faculteiten en was de Mekelweg een doorgaande autoweg. Het groenbeheer was vooral gericht op netheid. Dat paste helemaal bij mij en mijn medewerkers. Wij zijn opgeleid als hovenier, dus genoten van strakke gazons en strak geknipte hagen. Maar de laatste jaren is de kijk op groen en de inrichting van de buitenruimte aan het veranderen."

"Stedelijk groen kan een wezenlijke bijdrage leveren aan biodiversiteit, afkoeling van de omgeving, fijnstof opvangen en water vasthouden. Het maakt mensen bovendien gelukkiger, productiever en gezonder.”

“Dit vraagt wel een andere wijze van beheer. Meer gazons laten doorgroeien, meer bloemrijke bermen of velden. Bomen en struiken planten, het liefst inheems. Overjarige grasstroken laten staan als verblijfplaats in de winter voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. Ik ben hierin meegegroeid en heb bij CREFM hier altijd alle ruimte voor gekregen. En ik merk de waardering bij medewerkers, studenten en bezoekers.”

“Komende jaren gaan we door met deze aanpak. Ook gaat CREFM serieus investeren in extra groen ter verhoging van de biodiversiteit door het realiseren van logische groenstructuren, het verwijderen van overbodige verharding en het aanleggen van groene gevels en daken. We gaan monitoren op biodiversiteit en ons beheer aanpassen aan de resultaten.

Op naar een groene en natuurlijke campus!”

ECOCampus

Een van de belangrijkste projecten die Nico en zijn team uitvoeren, is ECOCampus. “Het begon in 2020, toen hebben een aantal studenten een film gemaakt met daarin hun visie op de campus van de TU Delft. Aan het einde van hun semester realiseerden zij al een deel van hun ideeën in samenwerking met TU Delft groenbeheerder René Hoonhout en zijn team.” Elk jaar ontwikkelt een nieuwe lichting studenten meer ideeën (zie kader hieronder). Ze creëren niet alleen ruimte voor soorten en manieren voor de natuur om de campus binnen te dringen, maar ook een fijnere omgeving voor medewerkers en studenten.

Voor Nico en zijn groep is het begrijpen en/of herstellen van natuurlijke systemen de beginstap in ieder ontwerp. Daarbij gaan ze soms ook speels te werk. “We vroegen de studenten bijvoorbeeld om de campus eens te bekijken vanuit de ogen van een bij of een vogel. De studenten mogen dus best een beetje dromen, maar we vinden het wel belangrijk dat die dromen uiteindelijk ook landen. Daarom werken we al jaren samen met Campus Real Estate and Facility Management van de TU Delft. En de Botanische Tuin van Delft werkt ook mee met on-campus projecten, zoals bij de aanleg van een droge klimaattuin vorig jaar.”

Gary Gilson, Architect

“Als architect en voormalig student Landschapsarchitectuur is het niet alleen mijn taak om te leren hoe je met een ontwerp de omstandigheden voor mensen verbetert, maar ook voor andere levende wezens.”

“In deze snel verstedelijkende wereld is het nodig om soorten en hun leefomgevingen te respecteren, te beschermen en te steunen."

"Stadsecologie bevordert veerkrachtige, duurzame stedelijke ruimtes op plaatsen waar mens en natuur samen bestaan. Als deze op de juiste manier worden geïntegreerd kan dat de water- en luchtvervuiling verminderen en tegelijk nieuwe vormen van voedselproductie, transport en woonruimte voor mensen mogelijk maken."

"De afstudeerstudio Urban Ecology Design bestaat uit studenten Landschapsarchitectuur, Stedenbouw en Architectuur. Dat zorgt voor kruisbestuiving tussen ideeën en benaderingen én goede voorbereiding op de beroepspraktijk. In onze visie verandert de identiteit van de campus, van een tot in detail doorgerekend en vooraf bepaald ontwerp naar een scenario waarin de kwaliteit van de ruimte wordt bepaald door de tijd en natuurkrachten. We maken ‘natuurkathedralen’ waar studenten en medewerkers bijeenkomen, in combinatie met niches voor andere soorten. De campus ontwikkelt zich daarmee tot een ecologische springplank voor de regio.”

The Art of Letting it G(r)o(w)

De oorspronkelijke visie voor de campus heet ‘Letting G(r)o(w).’ Zoals de naam al suggereert, is het idee om de krachten van de natuur (delen van) de campus over te laten nemen en deze om te vormen in een niche voor verschillende soorten. Het team (zie kader hieronder) bestrijdt excessieve bestrating en afval, waarbij de bestrating op sommige plekken werd hergebruikt om ecostructuren te maken. Ook stimuleren ze de spontane groei van lokale soorten vegetatie. Dat is ecologisch waardevol omdat deze goed passen bij lokale dieren en insecten. Het hele project is kosteneffectief en vergt weinig nieuw materiaal of gespecialiseerde menskracht.

Het komt er op neer om met de natuur samen te werken, om in de tijd te ontwerpen en gebruik te maken van wat er al is.

Nico Tillie

Aan de hand van deze principes realiseerden de verscheidene ECOCampus teams een hele rits projecten in de afgelopen vijf jaar. Denk bijvoorbeeld aan de geveltuin en groenstrook bij Bouwkunde, of de droogte- en bijentuinen in de Botanische Tuin. Bij het oude TNW-gebouw staat nu een ‘red listed garden’ met bedreigde lokale plantensoorten. In de vijver voor ME drijven tuintjes die het water filteren, bij The Green Village staat een ‘ecokathedraal’ van oude straatstenen, en in het uiterste zuiden van de campus ligt een veentuin. Al deze projecten spelen een dubbele rol: ze maken de campus een fijnere plek voor mensen én fungeren als schakels in het ecologische web van Delft.

Vanaf linksboven met de klok mee: de geveltuin bij Bouwkunde, de ‘red listed garden’ bij TNW, de drijvende tuinen bij ME, en de ecokathedraal bij The Green Village.

Janine Schmeitz en Julius Knoester, student-assistenten bij CREFM

Janine Schmeitz en Julius Knoester werken als student-assistenten bij CREFM, en worden bij hun projecten begeleid door Nico en Rosa.

“We kwamen in contact met de onderzoeksgroep tijdens onze respectievelijke masteropleidingen, Architecture en Landscape Architecture. Met een multidisciplinaire groep studenten werkten we samen aan het keuzevak ‘ECOCampus' om een vergroeningsvisie voor de Campus te maken. En nu is het ons werk om door te bouwen op deze visie.”

“Ons werk omvat het ontwerpen en detailleren van verschillende projecten op de campus. Die ontwerpen zorgen voor meer biodiversiteit en voegen klimaat-adaptieve oplossingen toe. We transformeren versteende of verschraalde gebieden door middel van relatief kleine ingrepen. Juist dit soort ingrepen hebben impact op de grote schaal: hiermee worden er connecties gemaakt die nuttig zijn voor dieren en insecten, zodat deze soorten meer leefruimte krijgen op de campus.”

“We werken intensief samen met de afdeling Groenbeheer. Het is mooi om te zien dat zij een ‘open mindset’ hebben, zo kan de campus functioneren als proeftuin waar ruimte is voor experimenten. Het mooiste is dat de projecten daadwerkelijk worden uitgevoerd. Veel opdrachten binnen onze studies blijft theoretisch, maar bij ECOCampus zien we de praktische gevolgen van ons harde werk.”

Campus van de toekomst

Er wordt dus al hard gewerkt aan de campus, maar dat is slechts een fractie van de plannen van Nico’s groep. “Het eerstvolgende project is het voorplein van Bouwkunde, daar maken we een Stadsklimaatbos van. Niet alleen vanwege de ecologische waarde, maar ook voor een hele reeks onderzoeken.” Daarnaast wordt gewerkt aan inheemse kweekbedden, een project met de Botanische Tuin. “Die hebben een uitgebreide collectie zaden van lokale bomen en struiken, maar geen plek om ze te laten groeien. Nou, verspreid over de campus hebben we ruimte zat.”

Tot slot heeft de groep al ideeën voor toekomstige projecten, bijvoorbeeld voor de zuidkant van de campus. Nico: “Daar wordt gewerkt aan een lab voor bio-based materialen. Hoe tof zou het zijn om een bos aan te leggen waar je die materialen on-site kan kweken?” Een ander idee is een voedselbos voor het kweken van eetbare soorten: “Die zou je misschien zelfs kunnen combineren met het bio-based bos.” Zo maken we van de campus één grote testlocatie voor Urban Ecology Design, om de bevindingen meteen toe te passen in onze steden. Nico: “Want die worden eigenlijk te groot, en daardoor wordt natuur in de stad steeds waardevoller; de stad moet gaan fungeren als natuur.”
 

Meer informatie

De banner en de foto van Gary Gilson zijn gemaakt door Marco de Swart. De foto van Janine en Julius is gemaakt door Charlotte Delobbe. Overige afbeeldingen zijn gemaakt door en eigendom van Rosa de Wolf.

Voor meer informatie over de groep Urban Ecology Design kun je terecht op hun nieuwe website. Ook kun je zelf leren over het vakgebied door mee te doen aan de gratis MOOC.